Regelmatig hoor ik het zinnetje “Als ik fit ben dan…” voorbij komen. Er worden dan allerlei verschillende dingen achter gezet. Voorbeelden hiervan zijn:
- Vind ik sporten leuker
- Ga ik een keer extra per week sporten
- …
Ik moet toegeven dat ik sommige dingen snap, maar andere weer wat minder. Neem de gedachte “Als ik fit ben dan vind ik sporten leuker”. Ik kan me deze gedachte heel goed voorstellen. Je voelt je misschien een beetje achteraan hangen en voelt je bezwaard ten opzichte van anderen. Verder voelt de training ook nog eens erg zwaar aan. Dan heb ik nieuws voor je. De training zal altijd een uitdaging blijven. Als je namelijk sterker wordt en een betere conditie krijgt, dan ga meer herhalingen doen en maar je een oefening zwaarder. Dus de training blijft zwaar aanvoelen. En iedereen is ooit begonnen met sporten. Dus iedereen heeft ooit een keer achteraan gelopen. Dus iedereen weet ook heel goed hoe het voelt. Daarom vindt iedereen het zo knap dat je meedoen!
En iedereen is ooit begonnen met sporten. Dus iedereen heeft ooit een keer achteraan gelopen. Dus iedereen weet ook heel goed hoe het voelt. Daarom vindt iedereen het zo knap dat je meedoen!
Als ik fit ben dan ga ik vaker sporten
Dit is ook zo’n leuke gedachte. Begrijp me niet verkeerd hoor, maar wat is er nodig om fitter te worden? Ja juist, vaker sporten. En nee, dat hoeft echt niet mijn bootcamples te zijn. Dat mag ook zelf hardlopen zijn of de sportschool in. Zolang je maar lekker sport en beweegt. Alleen het voordeel van een les is dat je een stok achter de deur hebt en dat je traint in een leuke groep die elkaar steunt en motiveert.
Natuurlijk is het prima als je zelf gaat hardlopen. Wees alleen wel eerlijk naar jezelf. Ga je dit daadwerkelijk doen en vooral volhouden? Om het vol te houden wil ik je sowieso een paar tips geven.
Tips volhouden:
- Plan het sporten (hardlopen, sportschool, bootcamp) in op vaste momenten. En dan bedoel ik echt een vaste dag en een vast tijdstip. Dus bijvoorbeeld: Als ik mijn kind op dinsdag naar school heb gebracht, ga ik gelijk mijn rondje hardlopen.
- Zorg voor een alternatief. Het zal vast een keer gebeuren dat je niet kunt. Als je al een alternatief voorhanden hebt, blijf je wel sporten. Dus als om 9 uur in de ochtend niet kan, kun je bijvoorbeeld zeggen dat je om 1 uur in de middag gaat. Of als het hardlopen niet gaat, kun je met jezelf afspreken dat je thuis een uur gaat sporten.
- Ga bij voorkeur minimaal 2 keer per week sporten en als dat goed gaat, bouw je dit op naar 3 keer per week.
- Kies een sport dat bij jou past en dat jij leuk vindt. Dit zorgt ervoor dat jij het blijft doen. En je blijft het doen, omdat je het leuk vindt en niet omdat het moet. En zorg ervoor dat het bij jou past. Als het te makkelijk is, heb je geen uitdaging. En als het te moeilijk is, is het niet te doen en ook gewoon niet leuk. Daarom bied ik bijvoorbeeld ook No Running Bootcamp aan voor als de reguliere bootcamp net te zwaar is.
- Spreek af met iemand of zeg tegen iemand dat je gaat sporten. Als je samen met iemand gaat sporten dan zeg je niet zo snel af en het is ook nog gezellig. Wanneer je alleen sport, kun je iemand anders op de hoogte brengen van jouw sportavonturen, zodat deze jou kan helpen en stimuleren.
Zorg voor een alternatief. Het zal vast een keer gebeuren dat je niet kunt. Als je al een alternatief voorhanden hebt, blijf je wel sporten.
Daag je gedachte uit
Als jij jezelf betrapt op één van die gedachten die ik hierboven besproken heb of een vergelijkbare wil ik je vragen om deze gedachte uit te dagen. Dat kun je doen d.m.v. de volgende vragen:
- Weet je of dit klopt, dat het gebeurt (Is het waar)?
- Helpt deze gedachte je te voelen, zoals je je wilt voelen?
- Helpt deze gedachte je te bereiken, wat je bereiken wil?
Als dan minimaal één van deze antwoorden nee is, weet je dat het geen goede gedachte is. Dan is het belangrijk om deze om te zetten. De volgende punten helpen je bij een goede gedachte:
- Begin met ik
- Is kort
- Geen ontkenning
- Geen vergelijking
Dus als ik de bovenste 2 genoemde gedachten omzet krijg je:
- Als ik fit ben, dan vind ik sporten leuker
- Wordt: Ik kies een sport die ik leuk vind.
- Of: Ik ga een sport doen die ik leuk vind
- Als ik fit ben ga ik vaker sporten
- Wordt: Ik ga fit worden door 2x per week te sporten
- Of: Ik word fit door regelmatig te gaan sporten (en hier maak ik een plan voor).
Dus wat ga jij doen?