Wat is mobiliteit?
Vaak heeft men het alleen over lenigheid of lenig zijn. Echter, alleen aan lenigheid heeft je lichaam niks. Wat belangrijk is, is mobiliteit. Mobiliteit is de combinatie van lenigheid, kracht en coördinatie. Met lenigheid heb je het trouwens vooral over de lenigheid van spieren, maar met mobiliteit bedoelen we vooral de mobiliteit van een gewricht. Een grote mobiliteit in een gewricht betekent dat je een grote bewegingsuitslag in het gewricht hebt dat je in de uiterste stand ook nog onder controle hebt en er ook kracht kan leveren.
Ons brein wil ons beschermen
Ons lichaam is zoveel slimmer dan we beseffen. Het zoekt namelijk altijd naar een oplossing die op dat moment het beste voor het lichaam is. Deze opdrachten komen vanuit het brein. Soms is het brein alleen té beschermend en worden onze bewegingen beperkt door pijn. Deze kan functioneel zijn. Denk hierbij aan hernia. Je lichaam geeft dan een pijnsignaal af om te voorkomen dat je een te grote bewegingsuitslag maakt. Alleen als de hernia weg is, denkt je lichaam nog steeds dat je rug beschermt moet worden. Dan is deze té beschermend geworden. Wat je dan wilt gaan doen, is je lichaam (dus het brein) het vertrouwen geven dat het wel kan. Dit doe je door bewegen en gerichte oefeningen doen.
Lenigheid en stijfheid
Om optimaal te bewegen wil je namelijk een goede balans hebben tussen lenig zijn en stijfheid. Lenig zijn is namelijk niet per se gezond en stijf zijn is niet per se ongezond. Je wilt de mobiliteit trainen.
Je lichaam is namelijk heel slim opgebouwd met afgewisseld steun (stijfheid) en rotatie om je zo optimaal te kunnen laten bewegen.
Voetgewelf | Steun (blauw) |
Enkel | Rotatie (geel) |
Knie | Steun (blauw) |
Heup | Rotatie (geel) |
Onderrug | Steun (blauw) |
Middenrug | Rotatie (geel) |
Onderste deel nek | Steun (blauw) |
Bovenste deel nek | Rotatie (geel) |
Schouderblad | Steun (blauw) |
Schoudergewricht | Rotatie (geel) |
Elleboog | Steun (blauw) |
Pols | Rotatie (geel) |
Je ziet dus dat de rotatie en steun om en om gaat. Die rotatie (beweeglijkheid) en steun hebben elkaar ook nodig. Neem als voorbeeld een duikplank. Als de duikplank te stijf is, kun je je niet goed afzetten om hoog te springen. Maar datzelfde geldt ook als de duikplank niet stijf genoeg is. Dan zak je gelijk omlaag als je erop gaat staan. Bij een katapult heb je dat ook. Die stijfheid is nodig om krachten te kunnen overbrengen. Dit geldt ook in het lichaam.
Het lichaam past aan
Als voorbeeld neem ik even de knie (steun), heup (rotatie) en onderrug (steun), omdat ik dit in de praktijk vaak tegenkom. Onderrugklachten komen regelmatig voor. Dit kan natuurlijk allerlei oorzaken hebben. Wat ik vaak zie, is dat deze klachten te maken hebben met een bewegingsbeperking in de heupen. De heupen zijn dan in staat om minder te roteren dan dat ze eigenlijk kunnen. De heupen zijn dan dus stijver dan eigenlijk de bedoeling is. De onderrug (of knieën) gaan dit dan compenseren door meer beweeglijk te worden dan goed is. De heupen zijn een heel groot gewricht en er zitten grote spieren omheen. Daarom kunnen de heupen hun klachten heel lang verborgen houden en ter compensatie ga je het dus een verdieping hoger (de onderrug) of lager (knieën) voelen. Als dit het geval is, is het belangrijk om aan de mobiliteit van de heupen te gaan werken.
Als je snel last hebt van je middenrug (rotatie), schouder (rotatie) of nek (afhankelijk van deel steun of rotatie) kan het ook komen doordat de stijfheid van je schouderbladen niet groot genoeg is. Dus op zo’n moment moet je de spieren die het schouderblad op zijn plek houden trainen. Zzo werkt het met allerlei gewrichten in je lijf. Vergeet bij pijnklachten niet om er een laagje onder of erboven te kijken of daar eventueel iets op te lossen is.
Mobiliteit
Met mobiliteit bedoel ik de beweeguitslag waarover je controle hebt. Zoals eerder genoemd speelt de combinatie van lenigheid, kracht en coördinatie een rol. Dus sommige mensen kunnen heel erg lenig zijn, maar ze hebben geen controle over hun gewrichten in de eindstanden. Die hebben dus geen grote mobiliteit. Je brein weet zelf heel goed wat de mobiliteit van de gewrichten is. Dit zal ook per persoon verschillen. Dat is ook een reden dat de ene persoon dieper in een squat kan dan de ander (naast de anatomische verschillen dan). En dit kan ook nog eens per moment verschillen. Je brein weet heel goed wanneer het goed is om wel dieper te kunnen squatten en wanneer niet en zelf heb je dit niet eens door. Het brein doet namelijk heel veel onbewust.
Stel dat je heel druk bent geweest en erg moe bent. Als je dan gaat squatten met dezelfde gewichten als dat je helemaal fit bent, zal je merken dat je minder diep kan. Je brein merkt namelijk dat je het op dat moment niet aankan vanwege vermoeidheid, dus het beperkt je mobiliteit en maakt je lichaam stijver om de krachten te kunnen opvangen. Daarom kun je sowieso bij zwaardere gewrichten niet te diep squatten als je dit niet getraind hebt. Je brein wilt je namelijk beschermen tegen blessures. Als het brein niet het vertrouwen heeft dat je een bepaalde diepte aankan, laat deze het ook gewoon niet toe. Door stap voor stap op te bouwen zal uit uiteindelijk wel lukken, maar je moet dus je ego buiten de deur houden.
Stijfheid belangrijk bij overbrengen van krachten
Ik neem even boksen als voorbeeld. Als ik net met iemand begin met boksen gebruiken ze vaak alleen nog hun armen en schouders. Dit maakt dat ze nog niet heel veel kracht kunnen leveren. Als iemand getrainder wordt in boksen gaan ze meer hun hele lichaam gebruiken. Dan worden de kracht van de spieren rondom de heupen ingezet, de stijfheid/steun van de romp brengt de krachten over naar de armen waardoor je veel meer kracht leveren tijdens het boksen. Dus als de romp zich stijver kan houden, kan het ook meer kracht overbrengen van de heupen naar de armen.
Dus
En ja, ik snap dat het best moeilijk kan zijn om het bovenstaande te begrijpen. Maar neem voor nu in ieder geval dit mee: als je ergens pijnklachten hebt, vergeet niet om een ‘verdieping’ hoger of lager te kijken en ga daarmee ook aan de slag. En met trainen is het dus goed om te kijken naar wat er nodig is om de juiste functies (rotatie of steun) van de gewrichten te gebruiken.